Beleid uitgifte restgrond 2025

Onderaan deze pagina kunt u:

  • De volledige beleidsnotitie downloaden.
  • De bijbehorende beslisboom als downloadbestand bekijken.

1. Inleiding 

In 2003 heeft de raad het beleid ‘Snippergroen 2003’ vastgesteld. In 2006 zijn 
hier op een aantal onderdelen wijzigingen in aangebracht. Dit beleid was vooral 
gericht op het verkopen van gemeentelijk groen en stelde hiervoor 
uitgiftekaders. Van 2014 tot en met 2024 is uitvoering gegeven aan het beleid 
‘Aanpak onrechtmatig grondgebruik en verkoop van restgronden’. Dit beleid is 
vastgesteld op 18 maart 2014. Tijdens dit project werden tegelijkertijd met een 
wijkgerichte aanpak van het onrechtmatig grondgebruik, restgronden (op 
aanvraag) verkocht. Het project is afgerond en geëvalueerd. De belangrijkste 
conclusies hieruit zijn dat er geen rechtszaken zijn geweest, dat het 
geconstateerde onrechtmatig grondgebruik is gelegaliseerd en dat het project 
kostendekkend is uitgevoerd. Met voltooiing van het project is het hele 
grondgebied gescand op onrechtmatig grondgebruik en is dit beëindigd door 
verkoop, verhuur, bruikleen, verjaring of terugvordering door de gemeente. 
Omdat dit project is afgerond, is het nodig nieuw beleid, afgestemd op de actuele 
situatie, op te stellen. Op termijn wordt dit herziene beleid meegenomen in het 
thematische omgevingsprogramma in het kader van de Omgevingswet.

2. Aanleiding

Gedurende de projecten ‘Snippergroen 2003’ en ‘Aanpak onrechtmatig 
grondgebruik en verkoop van restgronden’ is aan inwoners actief de mogelijkheid 
geboden om restgronden aan te kopen en zijn al veel restgronden verkocht in de 
hele gemeente.
Toch ontvangt de gemeente Valkenswaard nog regelmatig verzoeken van haar 
inwoners om gemeentegrond te mogen kopen, huren of gebruiken. Een dergelijk 
verzoek betreft vaak restgrond, dat grenst aan een particulier perceel. Dergelijke 
verzoeken worden integraal beoordeeld, met inachtneming van de belangen van 
de gemeente, waarbij rekening wordt gehouden met de wensen van de 
verzoeker. Hier was dus het motto: ja, tenzij in plaats van nee, tenzij. Indien er 
geen gemeentelijke belangen speelden voor het betreffende (deel van het) 
perceel, werkte de gemeente mee aan een grondtransactie.
De afgelopen jaren is er sprake van een groeiende vraag naar ruimte in het 
bestaand openbaar gebied ten behoeve van diverse maatschappelijke opgaven. 
Denk hierbij - naast klimaatadaptatie, waterberging en biodiversiteit - vooral aan 
de energietransitie en het energietransport. De verzwaring van het 
energienetwerk vraagt om de aanleg van nieuwe en vervanging van bestaande 
kabels en leidingen, naast een toevoeging van elektriciteitsstations. Dit vraagt 
om een actievere rol van de gemeente in het faciliteren van deze opgaven en 
een meer terughoudende houding als het gaat om verkoop van restgronden. Om 
de regie over openbare grond te behouden en alle belangen te beschermen, is 
nieuw beleid noodzakelijk. Bij het actualiseren van het nieuwe uitgiftebeleid 
prevaleert het algemeen belang boven de individuele wens. Dit leidt tot een 
nieuw uitgangspunt van het beleid ‘uitgifte restgrond 2025’: restgrond niet wordt 
uitgegeven, tenzij er sprake is van een uitzonderlijke situatie. De bij dit 
uitgangspunt behorende kaders worden in dit beleid verder uitgewerkt.
Met de vaststelling door de raad van dit beleid genaamd: beleid ‘Uitgifte 
restgrond 2025’ vervalt het voorgaande beleid ‘Snippergroen 2003’. 

3. Doelstellingen 

Dit beleid heeft als doel: 

  • Het behouden van gemeentelijke regie over de openbare ruimte.
  • Het daar waar mogelijk kunnen faciliteren van toekomstige ruimtelijke functies zoals elektriciteitsstations, klimaatadaptatie, waterberging, biodiversiteit en netinfrastructuur.
  • Het bevorderen van een leefbare, duurzame en ecologische inrichting van 
    de openbare ruimte. 

4. Beleidskaders 

Dit beleid is van toepassing op restgrond. Er is geen sprake van restgrond van 
gemeentegrond die grenst aan een nieuwbouwwoning die is gerealiseerd na de 
vaststelling van dit beleid. Hierbij is namelijk aan de voorkant afgewogen welke 
(toekomstige) functie(s) zijn toebedeeld aan de grond, waarbij restgrond is 
uitgesloten. 

Onder restgrond wordt verstaan een perceel grond dat: 

1. in eigendom van de gemeente is; 
2. openbaar toegankelijk is; 
3. direct grenst aan het kadastrale perceel van de aanvrager; 
4. (oorspronkelijk) feitelijk is ingericht als een strook openbaar gebied (groen of 
grijs) en op grond van het vigerende en het eventueel in voorbereiding 
zijnde) omgevingsplan een publieke bestemming heeft. Percelen grond met 
een andere bestemming vallen niet onder dit beleid. 
5. niet groter is dan 50 m², tenzij overschrijding noodzakelijk is om restgrond 
te voorkomen of een beheersbaar geheel te behouden: 
6. niet ligt in Lage Heide en Heidehorst; 
7. niet grenst aan percelen waarop nieuwbouw is of wordt gerealiseerd na 
vaststelling van dit beleid. 

4.1 Uitgangspunt is: het algemeen belang prevaleert 

De gemeente Valkenswaard is zeer terughoudend in de uitgifte van restgrond. 
Het uitgangspunt is: ‘nee, tenzij er sprake is van een uitzonderingssituatie’. Er 
volgen nu 9 situaties die beargumenteren waarom we het principe Nee, tenzij 
hanteren. 

4.1.1 Toekomstige en ruimtelijke ontwikkeling en strategisch 
grondbezit

Restgrond wordt niet uitgegeven wanneer de gemeente verwacht dat zij in verband 
met toekomstige ontwikkelingen belang heeft bij het in eigendom hebben en houden 
van de restgrond. 

4.1.2 Verzwaring/uitbreiding elektriciteitsnetwerk 

Restgrond wordt niet uitgegeven als de grond mogelijk kan worden ingezet voor 
de verzwaring van het elektriciteitsnetwerk en/of de plaatsing 
elektriciteitsstations. 

4.1.3 Klimaatadaptatie en biodiversiteit 

Restgrond wordt niet uitgegeven als aan het stuk een relevante functie kan 
worden gekoppeld ten aanzien van klimaatadaptatie in een buurt of wijk. Dit is 
onder andere het geval wanneer de grond: 

1. een bijdrage levert aan het tegengaan van hittestress door: 
a. de aanwezigheid van bomen of er de potentie is om deze aan te planten 
of 
b. in een hitte-gevoelige wijk ligt met een tekort aan groen; 
2. een belangrijke rol speelt bij opvang van regenwater. 
3. in de toekomst kan worden ingezet voor de aanleg van een wadi of voor 
regenwateropvang. 
Daarnaast wordt restgrond niet uitgegeven indien het stuk een relevante functie 
vervult of kan gaan vervullen in het kader van biodiversiteit. 

4.1.4 (Hoofd)groenstructuur 

Beleidsaspecten met betrekking tot groen in de gemeente Valkenswaard zijn 
beschreven in onder andere het Groenbeleidsplan. Restgrond wordt niet 
uitgegeven als daarmee het behoud van recreatieve waarden van openbaar 
groen, esthetische groencontouren en de verkeer geleidende functie van groen in 
gevaar komt. Daarnaast wordt restgrond niet uitgegeven als er bomen op het 
perceel staan. 

4.1.5 Versnippering van het onderhoud van de openbare ruimte 
en de eigendomssituatie 

Versnippering van onderhoud van de openbare ruimte en van de gemeentelijke 
eigendomssituatie is ongewenst. Uitgifte mag niet ten koste gaan van het 
efficiënt beheren en onderhouden van groen. Het eventueel resterende openbaar 
groen moet een bepaalde minimale breedte en omvang behouden, afhankelijk 
van de specifieke onderhoudssituatie. Hierbij valt te denken aan het machinaal 
beheren van stukken openbaar groen. 

4.1.6 Verkeerssituatie 

Restgrond wordt niet uitgegeven indien: 
1. het afbreuk doet aan de bestaande en/of toekomstige (naastgelegen) 
infrastructuur en/of wegenstructuur. 
2. de betreffende grond mogelijk (deels of geheel) van enig belang kan zijn 
en/of nodig kan zijn voor een (toekomstige) reconstructie of de 
uitbreiding van de infrastructuur (bijv. aanleg van parkeerplaatsen). 
3. Het een nadelig effect heeft of kan hebben op de verkeersveiligheid. 
4. Het een nadelig effect heeft of kan hebben op het onderhoud van de 
bestaande en/of toekomstige (naastgelegen) infrastructuur en/of 
wegenstructuur.

4.1.7 Sociale veiligheid 

Restgrond wordt niet uitgegeven wanneer geoordeeld wordt dat de veiligheid of 
het algemene gevoel van veiligheid wordt aangetast. 

4.1.8 Nutsvoorzieningen 

Restgrond wordt niet uitgegeven als boven of in de bodem voorzieningen als 
kabels en/of leidingen van nutsbedrijven of de gemeente zijn gelegen, dan wel 
een gemeentelijke riool ligt. Uitzondering hierop kan zijn restgrond in dezelfde 
straat in dezelfde kadastergrens waar in het verleden wel grond is verkocht met 
kabels en leidingen. De kabelexploitant dient hiervoor altijd toestemming te 
verlenen en er zal op kosten van de koper een opstalrecht worden gevestigd. Bij 
verhuur worden hiervoor voorwaarden opgenomen. 

4.1.9 Beperkte rechten op percelen 

Wanneer een perceel grond (deels) middels overeenkomst of zakelijk recht aan 
derden in gebruik is gegeven, wordt dit perceel grond niet uitgegeven. 
De uitzonderingssituaties zijn: 

1. De situaties waarbij op alle toetsingsvragen in de beslisboom (paragraaf 
4.3) het antwoord ‘nee’ is en 
2. Door uitgifte ontstaat een voor de gemeente logische grens waardoor het 
beheer van de openbare ruimte eenvoudiger wordt of; 
3. De restgrond ligt nagenoeg of geheel ingesloten tussen andere percelen, 
waardoor deze lastig bereikbaar is voor onderhoud voor de gemeente. 
4. De gemeente heeft belang bij de uitgifte van de restgrond. 
4.2 Toetsingscriteria/uitzonderingssituaties 
De toetsingscriteria moeten voorkomen dat de uitgifte van restgrond de 
(toekomstige) kwaliteit van de omgeving zal verstoren. De beslisboom 
(paragraaf 4.3) geeft duidelijkheid over wanneer een stuk restgrond niet of wel 
kan worden uitgegeven en wanneer er sprake is van een uitzonderingssituatie. 

4.3 Beslisboom 

Dit is een afbeelding van de beslisboom

5. Prijzen/kosten 

5.1 Verkoop- en verhuurprijs 

Ieder jaar wordt de verkoopprijs en de verhuurprijs (percentage van de 
verkoopprijs) van restgrond vastgesteld in de Grondprijzenbrief Valkenswaard. 
De Grondprijzenbrief bepaalt de verkoopprijs. 

5.2 Kosten 

Voor het in behandeling nemen van een verzoek tot aankoop restgrond worden 
administratiekosten in rekening gebracht. 
Als restgrond wordt verkocht en er dient een de functiewijziging opgenomen te 
worden in het veegplan dan worden hiervoor ook administratiekosten in rekening 
gebracht bij de koper. 
Beide administratiekosten worden jaarlijks geactualiseerd in de 
Grondprijzenbrief. 
Alle bijkomende kosten bij verkoop van restgrond zijn voor rekening van de 
koper van de restgrond. Onder de bijkomende kosten vallen in ieder geval de 
overdrachtsbelasting, de inmeet- en splitsingskosten, de kadasterkosten en de 
notariskosten. 

6. Omgevingsplan 

Een omgevingsplan (voorheen bestemmingsplan) geeft aan voor welk doel 
gronden gebruikt mogen worden en of/wat op de grond gebouwd mag worden. 
Voor de verkoop van restgrond heeft deze grond waarschijnlijk een andere 
functie (voorheen bestemming) dan na de verkoop van het perceel restgrond 
wenselijk is. Na verkoop van de restgrond wordt de bestaande functie niet direct 
aangepast. De gemeente Valkenswaard houdt aan dat de aangekochte restgrond 
bij het woonperceel mag worden betrokken en gebruikt mag worden als tuin. Dit 
betekent dat er beperkte mogelijkheden zijn voor het aanbrengen van 
bebouwing, zoals bijvoorbeeld een tuinhuis en het plaatsen van een 
erfafscheiding. Het is niet werkbaar om na elke individuele verkoop van 
restgrond een wijziging van het omgevingsplan door te voeren. Het gebruik van 
restgronden in afwijking van het omgevingsplan, met uitzondering van 
bebouwing, zal worden gedoogd tot het moment waarop de eerstvolgende 
integrale wijziging van het omgevingsplan plaatsvindt. 
Indien koper eerder een wijziging wenst, dient koper daartoe op eigen kosten 
een verzoek bij de gemeente in te dienen. 

7. Didam-arrest 

Het in 2021 gewezen Didam-arrest heeft, samen met daaruit voortvloeiende 
jurisprudentie, geleid tot een formalisering van een aantal van de algemene 
beginselen van behoorlijk bestuur in relatie tot de uitgifte van onroerende zaken. 
Een belangrijk onderdeel hiervan is de openbare aanbieding, op een zodanige 
wijze dat in beginsel een ieder in aanmerking kan komen voor het verkrijgen van 
de onroerende zaak. 
Uitzonderingen zijn mogelijk als redelijkerwijs kan worden verwacht dat slechts 
één serieuze kandidaat in aanmerking zal komen, maar daar zal zorgvuldig mee 
moeten worden omgegaan. De overheid moet deze afweging dan tijdig, voor de 
uitgifte van de grond, openbaar maken. Partijen die het daar niet mee eens zijn, 
krijgen de gelegenheid om te proberen de verkoop dan wel het anderszins in 
gebruik geven van de grond, tegen te houden. Bij verkoop dan wel het 
anderszins in gebruik geven van restgrond door de gemeente, zoals omschreven 
in voorgaande paragraven van deze nota, zijn er zodoende twee mogelijkheden: 

  • 2 of meer serieuze geïnteresseerde partijen: selectieprocedure;
  • slechts één serieus geïnteresseerde partij: één-op-één vervreemding dan 
    wel het anderszins in gebruik geven. 

Voor beide trajecten moet de gemeente een afzonderlijke werkwijze volgen. Het 
is daarom van belang dat vanaf het begin duidelijk wordt vastgesteld welk traject 
van toepassing is. Het is in het belang van een eerlijk proces, noodzakelijk om 
een mededeling tot voornemen van verkoop dan wel het anderszins in gebruik 
geven eerst openbaar te publiceren, in ieder geval in het gemeenteblad (via 
overheid.nl). Er worden in het Didam-arrest geen concrete uitspraken gedaan 
over de termijn tussen publicatie waarbinnen gegadigden kunnen reageren op de 
publicatie. De gemeente Valkenswaard acht het redelijk om 20 kalenderdagen 
aan te houden. De strekking van het Didam-arrest is dat overheden bij de 
verkoop dan wel het anderszins in gebruik geven van onroerende zaken aan alle 
potentiële gegadigden de gelegenheid moeten bieden om mee te dingen. 

8. Bruikleen 

Bestaande bruikleenafspraken zijn situaties waarbij gemeentegrond in het 
verleden 'om niet' in gebruik is gegeven aan bewoners. De 
bruikleenovereenkomsten hebben een tijdelijk karakter. Bij een mutatie zal de 
gemeente beoordelen of de grond verkocht dan wel verhuurd kan worden. 
Overdracht van de bestaande bruikleenovereenkomsten is niet mogelijk. Nieuwe 
eigenaren kunnen een verzoek indienen om de grond te kopen op basis van het 
huidige beleid. 
Slechts bij wijze van uitzondering zal de gemeente overgaan tot het in gebruik 
geven van restgrond in de vorm van een bruikleenovereenkomst. Hierdoor wordt 
het verlies van gemeentegrond als gevolg van verjaring voorkomen. 

9. Financiën 

De keuze om terughoudend te zijn in het verkopen van restgrond kan financiële 
gevolgen voor de gemeente hebben. Ondanks dat de verkoop van restgrond in 
de regel geen groot financieel voordeel oplevert, fungeert het als extra 
inkomstenbron voor de gemeente. Deze voordelen worden jaarlijks in de 
begroting bijgesteld op basis van de daadwerkelijke realisatie. 
Ook blijven bestaande percelen restgrond in het groenbeheer van de gemeente. 
Echter de besparing op onderhoudskosten door uitgifte is ten opzichte van het 
totale areaal marginaal en levert nauwelijks een verlaging van deze kosten op. 
Het algemeen belang voor de maatschappelijke opgaven weegt zwaarder en 
prevaleert boven het individueel belang, maar draagt bij aan een groenere, 
duurzamere en leefbare omgeving. 

10. Onrechtmatig grondgebruik 

De aanpak van het onrechtmatig grondgebruik wordt om de tien jaar uitgevoerd. 
De eerstvolgende keer is dan in 2035. In de tussentijd wordt, bij een 
constatering van onrechtmatig grondgebruik, de individuele casus opgepakt. 

11. Verjaring 

Artikel 160 lid 3 van de Gemeentewet verplicht het college van Burgemeester en 
Wethouders om alle conservatoire maatregelen te nemen en te doen wat nodig 
is, ter voorkoming van verjaring of verlies van recht of bezit. Om verjaring van 
grond te voorkomen is het raadzaam om om de 10 jaar een inventarisatie plaats 
te laten vinden om het onrechtmatig grondgebruik in beeld te brengen en hierop 
actie te ondernemen. Een beroep op verjaring wordt juridisch getoetst en ter 
besluitvorming voorgelegd. Het mandaat voor besluitvorming ligt bij de manager 
Ruimtelijk Beleid. 

12. Beslissingsbevoegdheid 

Met deze beleidsnota heeft de raad het beleid uitgifte restgrond 2025 
vastgesteld, waarin het uitgangspunt geldt in beginsel niet tot verkoop of 
verhuur van restgrond over te gaan. Met deze nota worden ook de beleidskaders 
vastgesteld waarbinnen dit bij uitzondering toch kan gebeuren. Het besluit om 
een perceel restgrond te verkopen of te verhuren is op grond van artikel 160, lid 
1, sub e van de Gemeentewet een bevoegdheid van het college, welke middels 
het mandaatregister van Valkenswaard op 18 december 2018 is gemandateerd 
aan manager Ruimtelijk Beleid. Het college is bevoegd om in voorkomende 
gevallen af te wijken van deze nota.